~ Bedrijfsinformatie van het "It Deel" te Readtsjerk ~

Op het bedrijf van Albert van der Ploeg en Betsy Steenbeek kunt u bijna alle diersoorten, die van oudsher op een boerderij voorkwamen bewonderen. Wij vinden dat eigenlijk ook een kenmerk van een echte boerderij, maar door gedwongen schaalvergroting in de veehouderij sector is het maken van keuzes voor een of enkele diersoorten noodzakelijk geweest. Ook spelen vanaf 2000 dierziektes een belangrijke rol in de overweging om meerdere diersoorten op één bedrijf te houden. Zo mag je bij het heersen van vogelgriep geen melk leveren aan de zuivelfabriek als je kippen op je bedrijf hebt. Wij vinden deze situatie een verarming van het boerenbedrijf.
Toch is het bij ons niet alleen hobby, maar heeft elk dier zijn nut op ons bedrijf.
Toch is het bij ons niet alleen hobby, maar heeft elk dier zijn nut op ons bedrijf.
Het bedrijf
Het bedrijf is 12 hectare grasland groot en wij huren er nog 10 hectare bij. Dit grasland is allemaal oud en blijvend grasland met veel plantensoorten, die hier van oudsher voorkomen. Vooral in het voorjaar is het schitterend om hier rond te lopen en er is volop keus om een prachtig herbarium te maken.
Het aantal weidevogels neemt de laatste 12 jaar sterk af. Dit komt echter niet alleen door het weidegebruik, maar door de stroperijen van de vos en de zwarte kraai.
Als het land in het voorjaar berijdbaar is worden ruige stalmest en gier uitgereden. De laatste jaren wordt er geen kunstmest meer gestrooid.. In augustus wordt de laatste mest en gier uitgereden. Ruige mest is goed voor het bodemleven (wormen, insecten en bacteriën) en de weidevogels en heeft verder als voordeel dat het gras in de herfst lang groen blijft voor de schapen.
Het bedrijf is 12 hectare grasland groot en wij huren er nog 10 hectare bij. Dit grasland is allemaal oud en blijvend grasland met veel plantensoorten, die hier van oudsher voorkomen. Vooral in het voorjaar is het schitterend om hier rond te lopen en er is volop keus om een prachtig herbarium te maken.
Het aantal weidevogels neemt de laatste 12 jaar sterk af. Dit komt echter niet alleen door het weidegebruik, maar door de stroperijen van de vos en de zwarte kraai.
Als het land in het voorjaar berijdbaar is worden ruige stalmest en gier uitgereden. De laatste jaren wordt er geen kunstmest meer gestrooid.. In augustus wordt de laatste mest en gier uitgereden. Ruige mest is goed voor het bodemleven (wormen, insecten en bacteriën) en de weidevogels en heeft verder als voordeel dat het gras in de herfst lang groen blijft voor de schapen.
De koeien
Ieder jaar kalven er ongeveer 10 tot 15 koeien. Dit gebeurt meestal in de maanden mei en juni. Wanneer alles goed gaat , gaan moeder en kalf 3 dagen na de bevalling de wei in. In mei en juni lopen de koeien in 2 koppels.
In eerste koppel lopen de koeien, die het eerst gekalfd hebben met hun kalveren samen met de pinken. Bij de tweede koppel koeien die later gekalfd hebben en hun kalveren wordt in juni de fokstier gelaten. Deze fokstier is altijd een stierkalfje van vorig jaar, dus ongeveer 14 tot 16 maanden oud en dan zijn ze meestal nog niet gevaarlijk. Het fokstiertje is één van onze eigen stiertjes of een aangekocht stiertje. We vinden het heel belangrijk dat het stiertje zelf gemakkelijk geboren is om moeilijke geboortes en keizersneden zoveel mogelijk te voorkomen. Eind juli komen de beide koppels bij elkaar in 1 kudde. Half oktober is het tijd om de dieren op stal (een Friese grupstal) te zetten, maar dat kan helemaal afhankelijk van het weer ook eerder of later zijn. Op dat moment worden de stierkalfjes verkocht en de koekalfjes worden aangehouden. Koeien die niet drachtig zijn of een moeilijk karakter hebben worden verkocht of geslacht.
In eerste koppel lopen de koeien, die het eerst gekalfd hebben met hun kalveren samen met de pinken. Bij de tweede koppel koeien die later gekalfd hebben en hun kalveren wordt in juni de fokstier gelaten. Deze fokstier is altijd een stierkalfje van vorig jaar, dus ongeveer 14 tot 16 maanden oud en dan zijn ze meestal nog niet gevaarlijk. Het fokstiertje is één van onze eigen stiertjes of een aangekocht stiertje. We vinden het heel belangrijk dat het stiertje zelf gemakkelijk geboren is om moeilijke geboortes en keizersneden zoveel mogelijk te voorkomen. Eind juli komen de beide koppels bij elkaar in 1 kudde. Half oktober is het tijd om de dieren op stal (een Friese grupstal) te zetten, maar dat kan helemaal afhankelijk van het weer ook eerder of later zijn. Op dat moment worden de stierkalfjes verkocht en de koekalfjes worden aangehouden. Koeien die niet drachtig zijn of een moeilijk karakter hebben worden verkocht of geslacht.
De schapen
Ook de lammetjes worden geboren in de maanden april en mei. Ongeveer 50 schapen krijgen dan zo’n kleine 90 lammeren. De hoogdrachtige schapen lopen overdag buiten en komen ’s avonds binnen en worden dan in de gaten gehouden met de babyfoon. Als het goed lijkt zijn de lammetjes met de moeder binnen drie dagen weer buiten in het land om in het malse voorjaarsgras zo snel mogelijk te groeien. Met als hoofdreden de lage wolprijs zijn wij in 1992 begonnen met het fokken van schapen die ruien. Deze schapen hebben kort wollig haar en ruien net als alle andere dieren (bv. Pony’s en hazen) in het voorjaar en ruilen de wintervacht in voor een zomervacht. Het voordeel van deze ruischapen zijn dat je ze niet meer hoeft te scheren. Ook verdrinken ze veel minder snel en liggen ze niet meer in onmacht op hun rug. Tenslotte hebben deze schapen geen last van maden in de zomer (myiasis) en dat bespaart veel schapenwasmiddel (insecticide).
Voor half september worden de lammeren bij de schapen weggehaald, omdat anders de jonge rammen de schapen kunnen dekken en dit moet niet eerder dan half november. Rond die tijd verdelen wij de schapen in 3 koppels. Eén koppel met een fokram om later weer lammeren van te houden, één koppel met een vleesram om de lammeren daarvan te verkopen en een koppel zonder ram om als ze goed gegroeid zijn te verkopen.
In de herfst en winter blijven de schapen buiten lopen en grazen het overgebleven gras af bij op onze eigen weilanden en ook bij de buurboeren. Zo gaat het gras dan mooi kort de winter en het voorjaar in. Dit is goed voor het grasland, daarom wordt ook wel gezegd dat een schaap gouden voetjes heeft.
Vanaf 1 februari willen veehouders de schapen niet meer in het land houden en komen ze thuis op de eigen weilanden en als daar niet genoeg gras staat worden ze bijgevoerd met kuil, hooi en 4 weken voor het aflammeren met brok.
Voor half september worden de lammeren bij de schapen weggehaald, omdat anders de jonge rammen de schapen kunnen dekken en dit moet niet eerder dan half november. Rond die tijd verdelen wij de schapen in 3 koppels. Eén koppel met een fokram om later weer lammeren van te houden, één koppel met een vleesram om de lammeren daarvan te verkopen en een koppel zonder ram om als ze goed gegroeid zijn te verkopen.
In de herfst en winter blijven de schapen buiten lopen en grazen het overgebleven gras af bij op onze eigen weilanden en ook bij de buurboeren. Zo gaat het gras dan mooi kort de winter en het voorjaar in. Dit is goed voor het grasland, daarom wordt ook wel gezegd dat een schaap gouden voetjes heeft.
Vanaf 1 februari willen veehouders de schapen niet meer in het land houden en komen ze thuis op de eigen weilanden en als daar niet genoeg gras staat worden ze bijgevoerd met kuil, hooi en 4 weken voor het aflammeren met brok.
Het pluimvee
In mei leggen alle vogels een ei gaat ook bij ons op, maar ook in de andere maanden van het jaar zijn hier eieren te koop.
Ongeveer 10 kippen leggen het hele jaar door, maar het best in maart, april en mei. Rond een uur of drie in de middag kunnen de kippen beginnen te scharrelen en s’avonds wordt het hok weer gesloten om te voorkomen dat de kippen de eieren ergens buiten leggen en daar in het wild beginnen te broeden In juni laten wij 2 kippen onder toezicht kuikens uitbroeden. Deze kuikens groeien in een half jaar op tot leghennen, zodat in december weer “pikeaaien” (kleine eieren) beschikbaar zijn. Een kippenei verkopen wij voor €0,20.
De eenden (15 stuks)beginnen te leggen in januari of februari afhankelijk van het weer. Ze leggen tot in juni en beginnen dan in september en oktober met de tweede ronde. In juli laten wij de eenden die dan nog eieren leggen eenden broeden voor jonge aanfok.
De ganzen (2 ganzen en 1 gent) beginnen rond 1 maart te leggen. Meestal laten wij de ganzen vrij snel broeden, zodat de jonge kuikens van het vroege voorjaarsgras kunnen groeien. In oktober worden de jonge ganzen dan geslacht.
Ook lopen er nog kalkoenen (2 hennen en 1 haan) rond die in maart beginnen te leggen. Ze broeden in april en in juni. De jonge kalkoenen zijn dan in oktober en in december slachtrijp.
Tot slot zijn er nog een zo’n 10 duiven, die gewoon hun gang kunnen gaan. Als het nodig is in geval van overbevolking wordt er geselecteerd op activiteit. De duiven die het hok niet uit komen als er s’ochtends niet gevoerd wordt, worden gevangen en geslacht.
Alle vogels worden zoveel mogelijk buiten gehouden, maar s’nachts worden ze opgehokt of binnen de omheining met stroomdraad gehaald ter bescherming tegen de vos. Bescherming van eieren tegen de kraai is niet te bieden. De eenden en ganzen moeten de eieren goed verstoppen of beschermen.
Naast de ganzen zijn voor de bewaking twee honden aanwezig. Een Hollandse herder kruising (Roely) en een wetterhoun-stabij (Mijke). Roely is nog iets te enthousiast bij het veedrijven en Mijke vangt meer muizen dan mollen. Voor muizen en ratten bestrijding zijn er nog twee katten op de boerderij.
Ongeveer 10 kippen leggen het hele jaar door, maar het best in maart, april en mei. Rond een uur of drie in de middag kunnen de kippen beginnen te scharrelen en s’avonds wordt het hok weer gesloten om te voorkomen dat de kippen de eieren ergens buiten leggen en daar in het wild beginnen te broeden In juni laten wij 2 kippen onder toezicht kuikens uitbroeden. Deze kuikens groeien in een half jaar op tot leghennen, zodat in december weer “pikeaaien” (kleine eieren) beschikbaar zijn. Een kippenei verkopen wij voor €0,20.
De eenden (15 stuks)beginnen te leggen in januari of februari afhankelijk van het weer. Ze leggen tot in juni en beginnen dan in september en oktober met de tweede ronde. In juli laten wij de eenden die dan nog eieren leggen eenden broeden voor jonge aanfok.
De ganzen (2 ganzen en 1 gent) beginnen rond 1 maart te leggen. Meestal laten wij de ganzen vrij snel broeden, zodat de jonge kuikens van het vroege voorjaarsgras kunnen groeien. In oktober worden de jonge ganzen dan geslacht.
Ook lopen er nog kalkoenen (2 hennen en 1 haan) rond die in maart beginnen te leggen. Ze broeden in april en in juni. De jonge kalkoenen zijn dan in oktober en in december slachtrijp.
Tot slot zijn er nog een zo’n 10 duiven, die gewoon hun gang kunnen gaan. Als het nodig is in geval van overbevolking wordt er geselecteerd op activiteit. De duiven die het hok niet uit komen als er s’ochtends niet gevoerd wordt, worden gevangen en geslacht.
Alle vogels worden zoveel mogelijk buiten gehouden, maar s’nachts worden ze opgehokt of binnen de omheining met stroomdraad gehaald ter bescherming tegen de vos. Bescherming van eieren tegen de kraai is niet te bieden. De eenden en ganzen moeten de eieren goed verstoppen of beschermen.
Naast de ganzen zijn voor de bewaking twee honden aanwezig. Een Hollandse herder kruising (Roely) en een wetterhoun-stabij (Mijke). Roely is nog iets te enthousiast bij het veedrijven en Mijke vangt meer muizen dan mollen. Voor muizen en ratten bestrijding zijn er nog twee katten op de boerderij.
Het grasland
De 20 hectare grasland worden de laatste jaren steeds extensiever beheerd. Drie hectare is bonte hooiweide en mag niet bemest en voor 1 augustus beweid worden. Op 9 hectare ligt perceelsranden beheer, wat inhoudt dat 3 meter vanaf de sloot niet bemest mag worden en dat er binnen 6 jaar minimaal 20 soorten grassen en kruiden per 25 vierkante meter moeten staan. De overige 8 hectare is BBL land en wordt mogelijk particulier natuurbeheer als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Tot slot

Wij hebben bewust geen biologisch of ecologisch bedrijfje omdat wij daar de arbeid niet voor beschikbaar hebben, maar ons bedrijfje is veel meer een “ouderwets” “kringloop” bedrijfje, waar plant, dier en mens hun eigen plek en taak hebben als onderdeel van het grotere geheel.
Oant sjen en groetnis,
Albert en Betsy.
Oant sjen en groetnis,
Albert en Betsy.